Deze handleiding illustreert het gebruik van de cmdlet 'Clear-ItemProperty' van PowerShell.
Hoe de Clear-ItemProperty-cmdlet te gebruiken om de eigenschap van een item in PowerShell te wissen?
Om de eigenschap van een item te wissen met PowerShell, gebruikt u gewoon de ' Clear-ItemProperty ' cmdlet en wijs er een itempad aan toe. Specificeer ten slotte een eigenschap met behulp van de ' -Naam ' parameter.
Om het gebruik van de genoemde cmdlet verder te begrijpen, geeft u een overzicht van het gegeven voorbeeld.
Voorbeeld: gebruik de cmdlet 'Clear-ItemProperty' om de waarde van een registersleutel te wissen
Om de eigenschap van een item te wissen, voert u gewoon de gegeven opdracht uit:
Clear-ItemProperty -Pad 'HKLM:\Software\NieuwBedrijf\NieuweApp' -Naam 'Nieuwe woning'
Volgens bovenstaande code:
- Gebruik eerst de ' Clear-ItemProperty ' cmdlet.
- Gebruik dan de ' -Pad ” parameter en wijs deze toe aan het opgegeven pad.
- Schrijf ten slotte de parameter ' -Naam ” en specificeer de te wissen eigenschapsnaam:
Controleer of de eigenschap is gewist of niet door de opdracht uit te voeren:
Get-ItemProperty -Pad 'HKLM:\Software\NieuwBedrijf\NieuweApp'
Dat is het! U hebt het gebruik van de cmdlet 'Clear-ItemProperty' in PowerShell geleerd.
Conclusie
De cmdlet ' Clear-ItemProperty ” wist of verwijdert de waarde van de eigenschap, maar verwijdert de eigenschap zelf niet. De standaardalias is de ' klp ”. In deze zelfstudie wordt het gebruik van de cmdlet 'Clear-ItemProperty' uitgelegd met behulp van verschillende voorbeelden.