In deze zelfstudie leren we hoe u de optie -v in de opdracht docker run kunt gebruiken, waarmee u volumes kunt koppelen wanneer u een container uitvoert.
Vereisten
In deze zelfstudie gebruiken we de officiële Redis Docker-image voor demonstratiedoeleinden. Hierin leert u hoe u met volumes in Docker kunt werken.
Daarom moet u ervoor zorgen dat de Docker-engine op uw hostcomputer is geïnstalleerd. We raden u aan Docker versie 23 en hoger te gebruiken.
Docker Run Container met benoemd volume
De eerste stap is om te leren hoe u een container met een benoemd volume uitvoert. Om dit te doen, moeten we een benoemd volume maken en vervolgens de container uitvoeren die in dat volume is opgeslagen.
Om een Docker-volume te maken, kunnen we de opdracht uitvoeren zoals weergegeven:
$ docker-volume maak redis_data
Nadat we het volume hebben gemaakt, kunnen we de Redis-container uitvoeren en deze aan het volume binden, zoals weergegeven in de onderstaande opdracht:
$ havenarbeider uitgevoerd -D --naam redis-server -in retourgegevens: / de gegevens retourneren
In de bovenstaande opdracht gebruiken we de optie -d om de opdracht op de achtergrond uit te voeren. We specificeren ook de naam van de container met behulp van de parameter –name.
Ten slotte gebruiken we de -v redis_data:/data om een volumekoppeling te maken die de map /data in de container koppelt aan het benoemde volume redis_data dat we in de vorige stap hebben gemaakt.
Een hostmap gebruiken
In sommige gevallen kunnen we ervoor kiezen om een hostdirectory te gebruiken om de gegevens van een container op te slaan. Begin bijvoorbeeld met het maken van de map op het hostsysteem:
$ mkdir ~ / return_dataVervolgens kunnen we de container uitvoeren met een volumemount naar de hostmap, zoals weergegeven in de onderstaande opdracht:
$ havenarbeider uitgevoerd -D --naam redis-server -in ~ / return_data: / de gegevens retournerenIn dit geval hebben we een map ~/redis_data op het hostsysteem gemaakt en deze aan de map /data in de Redis-container gekoppeld.
Benoemd volume verwijderen
Om een bestaand benoemd volume in Docker te verwijderen, kunnen we de opdracht docker rm gebruiken, zoals weergegeven:
$ docker-volume rm return_dataZorg ervoor dat geen containers het opgegeven benoemde volume gebruiken.
Conclusie
In deze zelfstudie hebben we de basisbeginselen van het werken met containervolumes besproken met behulp van de optie -v in de opdracht docker run.